Als gemeenten willen werken aan goede afvalscheidingsprestaties, willen komen tot hoogwaardiger verwerking van grondstoffen in de circulaire economie, dan zullen ze wendbaar moeten zijn in hun organisatie van het afvalbeheer en scherp moeten sturen op de kosten door efficiencyverbetering. Aldus Ronald Zuyderduyn, al meer dan 25 jaar actief in de sector van afval en grondstoffen. We interviewen Ronald op kantoor in Haarlem.
Wat is de grootste uitdaging in de afvalinzameling in Nederland?
Flexibiliteit en efficiency. Oftewel, capaciteit en kosten in lijn brengen met het afvalaanbod.
Kan je dat uitleggen?
Gemeenten en hun inzamelende bedrijven en diensten moeten steeds flexibeler worden. De uitvoering op straat verandert steeds sneller door beleidswijzigingen. Bijvoorbeeld doordat het afvalaanbod wijzigt: meer plastic inzameling is minder restafvalinzameling. Maar ook omdat het afvalaanbod fluctueert: er is geen sprake meer van stabiele aanbodpatronen, maar juist wisseling in het aanbod.
En efficiency?
En dat betekent bijna altijd dat inzamelcapaciteit verandert doordat er meer of juist minder mensen en voertuigen nodig zijn. En dat routes wijzigen. Dat projecten gestart moeten worden. En de ondersteunende organisatie mee moet groeien of krimpen. Kortom, dat betekent dat organisaties ook moeten meebewegen om efficiënt te blijven functioneren. Met name als capaciteit afgebouwd moet worden blijkt dat erg uitdagend te zijn, vooral om de voertuigen inzetbaar te hebben en houden.
En wat moeten organisaties dan doen? Kan je een tip geven?
Een goede manier om met deze uitdagingen om te gaan is het inbouwen van wendbaarheid in de eigen organisatie. En dat kan gelukkig op verschillende manieren. Basis is wel dat de eigen kostenstructuur goed inzichtelijk moet zijn om wendbaar te zijn: wat is de verhouding vast en flexibel, welke bezettingsgraad hebben de voertuigen, wat zijn de vaste en variabele kosten van de organisatie? Als je dat weet, dan kan je ook sturing gaan geven. En je organisatie echt wendbaar maken om de uitdagingen aan te gaan.
Je doet ook veel met kostendoorrekening. Wat zijn trends die je signaleert op dit gebied?
Die is makkelijk, dat is de stijging in de afvalstoffenheffing. En dat is natuurlijk voor wethouders lastig uit te leggen als je probeert de afvalscheiding te laten stijgen en circulaire ambities hebt.
Waar komt de stijging van de afvalstoffenheffing dan door?
Dat is dan weer wat minder makkelijk. Maar wat je ziet zijn tegenvallende inkomsten van grondstoffen, te snelle doorrekening van kostenvoordeel in de afvalstoffenheffing, hogere tarieven van inzamelaars en daar bovenop de verbrandingsbelasting. Allemaal trends die door de coronacrisis alleen maar versterkt zijn en voorlopig nog niet klaar zijn.
Wat bedoel je met te snelle doorrekening van kostenvoordeel?
De afvalstoffenheffing wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Als je de heffing kan laten dalen – bijvoorbeeld doordat je meer grondstoffen bent gaan inzamelen – dan is dat natuurlijk aantrekkelijk voor politici. Vooral in een verkiezingsjaar. Daar staat tegenover dat je op die manier ook kostenstijgingen direct moet opvangen, omdat je anders te weinig geld hebt. Te snel doorrekenen van het kostenvoordeel is dus ook een fluctuerende heffing. En dat is op dit moment natuurlijk vervelend omdat je te maken hebt met de stijging. Makkelijk op te lossen natuurlijk door een reserve aan te houden.
Maar als de afvalstoffenheffing stijgt en je ook meer afval wilt scheiden en hoogwaardiger verwerken, is dat dan wel slim om te doen?
Jazeker! Want niets doen leidt sowieso tot een kostenstijging. De verbrandingsbelasting blijft stijgen en vanaf 2021 geldt ook een CO2-heffing op het verbranden van afval. Deze kosten drukken daarmee steeds zwaarder op de afvalstoffenheffing. Wel iets doen betekent investeren in beleid en goede voorzieningen voor de inwoners zodat de hoeveelheid restafval verder vermindert en zo de kosten onder controle kunnen worden gehouden.
Je noemt al een aantal keer efficiency en kosten onder controle houden. Wat kan jij adviseren om te doen als uitvoerende dienst of afvalinzamelaar?
Efficiency is inderdaad echt terug als thema in de afvalinzameling. Na een aantal jaar op afvalscheiding en beleidsontwikkeling te hebben gezeten, zijn we weer terug bij efficiency. En daar zijn gelukkig ook veel dingen die je kunt doen: deelnemen aan de benchmark waarmee je inzicht krijgt in je organisatiekosten, de voertuigcapaciteit op orde brengen, informatie bij collega’s ophalen en investeren in je netwerk. Maar bovenal ook eens zero-based naar je eigen organisatie kijken.
Wat is zero-based precies?
Bij de zerobased budgetting wordt de werklast bepaald op basis van objectieve normen. Gedetailleerd of globaal. Start met het bepalen van je areaal (inzamelen in een uitgestrekt buitengebied of stadscentrum maakt wel iets uit). Hoe ziet mijn dienstverlening eruit. Wat is de inzet. Daarvoor gebruiken we arbeidsbelastingnormen, oftewel wat een ploeg maximaal mag doen in 8 uur uitgedrukt in mensminuut per container per inzamelgebied. Met deze uitkomst kan je toetsen waar jouw organisatie staat en wat je moet doen om de efficiency te verbeteren.
En wat moet je doen met deze cijfers?
Met de cijfers wordt het gesprek aangegaan met de organisatie. Als je het proces doorloopt gaat de organisatie ‘vanzelf’ vragen stellen over de inzet (zij- of achterlader, zijlader met arm met enkele- of dubbele kam/grebber, grofvuil met kraakperswagen of in bigbag). Maar de organisatie gaat ook de belangrijke kengetallen herkennen. Uitvoerders (teamleiders) ervaren wat ‘sturen op uren’ is. De uitvoering ervaart waarom een goede registratie noodzakelijk is. Goede afvaladministratie is niet alleen nodig voor de jaarlijkse CBS-lijst. De kritische prestatie indicatoren komen naar boven.
Kortom, als ik je goed samenvat, als gemeenten willen werken aan goede afvalscheidingsprestaties, willen komen tot hoogwaardiger verwerking van grondstoffen in de circulaire economie, dan zullen ze wendbaar moeten zijn in hun organisatie van het afvalbeheer en scherp moeten sturen op de kosten door efficiencyverbetering?
Dat is een mooie samenvatting!
Bedankt Ronald voor je tijd!