Interview Alexander Pluckel
Grondstoffen hoogwaardig verwerken. Circulair aanbesteden. Contractmanagement. Voor veel gemeenten en overheidsbedrijven lastige projecten. Voor Alexander Pluckel van IPR Normag dagelijkse kost. Alexander ondersteunt door heel Nederland organisaties bij het maken van strategische keuzes ten behoeve van aanbesteding van het verwerken van huishoudelijk afval en het uitvoeren van aanbestedingen. Hij heeft daarmee scherp inzicht in marktontwikkelingen, de zin en onzin van circulariteit bij verwerking van huishoudelijk afval en de maatschappelijke impact van aanbestedingen. We interviewen hem op kantoor in Haarlem.
Waar ben je op dit moment mee bezig?
Op dit moment bereid ik een aanbesteding voor het verwerken van verpakkingsglas voor, heb ik recentelijk een aanbesteding voor het verwerken van restafval en GFT en voor het verwerken van GFT afzonderlijk, en het verwerken van OPK afgerond.
Hoe ziet vanuit jouw ervaring de huidige markt voor verwerking van afval en grondstoffen er uit?
De huidige markt voor verwerking van afval- en grondstofstromen is niet generiek te typeren, maar kenmerkt zich door (grote) verschillen per markt voor het verwerken van verschillende afval- en/of grondstofstromen.
Voor de verwerking van de A-stromen (dat zijn restafval, GFT, PMD, OPK, en glas) lijkt er sprake te zijn van een oligopolistische marktsstructuur. Oftewel, er is een beperkt aantal grote marktpartijen en de toetredingsdrempel is door het kapitaalintensieve verwerkingsproces hoog. Voor de verwerking van de B-stromen (grofweg alles van de milieustraat) is dit minder het geval, daar zie je dan ook meer regionale en lokale concurrentie.
“Het huidige verdienmodel staat meer onder druk dan een paar jaar geleden, maar zorgt niet perse voor innovatieve druk”
Wat je ook ziet is dat het verdienmodel van verwerkers in de regel meer onder druk staat dan een aantal jaar geleden. Dat komt aan de ene kant door hogere kosten als gevolg van stijging van de belasting op milieugrondslag (Wbm) en de kosten in het logistieke- en verwerkingsproces. Terwijl aan de andere kant er minder opbrengsten van de gerecyclede output overblijven vanwege extra aandacht voor kwaliteit en de concurrentie van gerecycled materiaal met primaire grondstoffen. Dit laatste is bijvoorbeeld op dit moment het geval voor harde kunststoffen waarbij de gerecyclede harde kunststoffen concurreren met virgin plastics, welke door de lage huidige olieprijs de voorkeur genieten van producten van harde kunststoffen.
En is dit altijd het geval, of maakt het ook uit wanneer je een aanbesteding doet?
Nee, het tijdstip maakt ook veel uit. De mate van concurrentie bij aanbestedingen, of hoeveel marktpartijen er inschrijven, wordt namelijk voor een groot deel bepaald door het moment van aanbesteden. Of een marktpartij wel of niet kan inschrijven is namelijk afhankelijk van haar vrij beschikbare capaciteit. En dus afhankelijk van aflopende contracten dan wel investeringen in nieuwe verwerkingscapaciteit.
En je had het over beperkte toetredingsmogelijkheden, hoe kan dat?
Tegelijkertijd zijn de toetredingsmogelijkheden beperkt en hebben marktpartijen te maken met lange termijn investeringen. Duidelijk is dat er binnen de huidige marktomstandigheden geen directe aanleiding of noodzaak is om (meer) risicovol te investeren. Eerder een tendens om behoudend te zijn. Waarom zou je immers een vrijwel zeker rendement willen verruilen voor een onzekere investering?
Wat zijn volgens jou de belangrijkste belemmeringen om meer circulair aan te besteden?
Er zijn steeds meer mogelijkheden voor en praktijkvoorbeelden van circulaire aanbestedingen. Er zijn echter ook
verschillende belemmeringen die circulair aanbesteden beperken. Een belangrijke is tijd: gemeenten besteden afval- en grondstofstromen aan omdat het contract afloopt. Dus niet op inhoudelijk het meest logische moment, bijvoorbeeld bij goede marktomstandigheden of als onderdeel van innovatie. Niet alleen leidt dat tot hogere prijzen bij aanbesteden op een ongunstig moment, maar ook beperkt het de kansen om tussentijds innovaties aan te jagen.
“Gemeenten besteden aan als het contract afloopt, niet op het meest logische moment voor innovatie of bij goede marktomstandigheden”
Een ander aandachtspunt is dat aanbesteding van het verwerken van afval- en grondstofstromen voor de meeste gemeenten een te infrequent proces is waardoor het lastig is om alle (technologische) ontwikkelingen per markt inzichtelijk te hebben en continu te beschikken over actuele marktkennis en de laatste stand van zaken.
De meeste contracten worden voor 4 jaar of langer afgesloten. Daarmee is een aanbesteding van het verwerken van afval- en grondstofstromen voor veel gemeenten een project en inzicht in de markt vaak een momentopname, in plaats van een continu proces of vast onderdeel van het takenpakket. En is kennis over marktomstandigheden en innovatief vermogen vaak belemmerend om meer circulaire oplossingen te kiezen.
“Het ontbreken van kennis over marktomstandigheden en innovatief vermogen is vaak belemmerend om meer circulaire oplossingen te kiezen”
In aanvulling, het op conventionele wijze aanbesteden is een vrij gejuridificeerd proces en de markt voor het verwerken van afval- en grondstoffen is vrij gejuridificeerd, met andere woorden marktpartijen zijn niet bang voor een rechtszaak. Dat maakt het moeilijker c.q. risicovoller om aan de voorkant een marktpartij te selecteren om gezamenlijk invulling te geven aan circulaire ambities wanneer deze op voorhand (aan de voorkant) lastiger te formuleren zijn in concrete eisen en wensen.
En zijn kosten ook belemmerend?
Tenslotte vormen kosten ook een belangrijke belemmering voor circulair aanbesteden. Innovatieve oplossingen hebben vaak langere tijd nodig om te renderen, waarbij zeker in het begin vaak sprake is van hogere kosten en/of onzekerdere opbrengsten, terwijl bestaande oplossingen doorgaans stabielere kosten en/of opbrengsten genereren voor marktpartijen waardoor gemeenten constantere tarieven tijdens de contractperiode kunnen ontvangen. Dit belemmert in die zin de opties omdat er niet snel gekozen wordt voor innovatieve projecten met een hoger risicoprofiel.
Wat zouden gemeenten en hun afvalverwerkende bedrijven moeten doen?
Gelukkig zijn er verschillende mogelijkheden om het nog beter te doen.
In de eerste plaats is een bepaalde mate van schaalgrootte van belang. Alleen door voldoende schaalgrootte ontstaan er opties om meer circulair aan te besteden. Schaal vergroot vooral ook de mogelijke aanbestedingsstrategieën. Te denken valt aan het opknippen van massa in verschillende percelen, welke op verschillende momenten aanbesteed wordt. Hierdoor kan er sneller worden ingespeeld op specifieke circulaire ontwikkelingen in het verwerken, maar kunnen ook eventuele tijdelijke marktfluctuaties worden opgevangen. Een andere opties is deze percelen te gebruiken voor verschillende doelen: een perceel gericht op lage kostprijs, een perceel gericht op innovatie, een perceel op sociale werkgelegenheid.
“Schaalgrootte, scherpe ambities en doelstellingen en leveren van hoge kwaliteit zijn randvoorwaarden voor gemeenten om het beter te doen”
In de tweede plaats moeten gemeenten en hun afvalverwerkende bedrijven scherper nadenken over de doelstellingen van de aanbestedingen. Wat willen ze bereiken? Bijvoorbeeld: meer circulariteit, lage kosten en sociale werkgelegenheid met lage CO2-footprint. Vervolgens kan op basis van deze uitgangspunten worden onderzocht hoe je dit organisatorisch het beste bereikt. Wellicht door (incidenteel) samen te werken, of aan te sluiten bij een inkoopcombinatie, maar soms juist ook door alleen een lokaal circulair initiatief te faciliteren.
En in de derde plaats de koppeling met de kwaliteit van de stroom. Een voorwaarde voor hoogwaardige verwerking en meer circulariteit is de aanlevering van grondstoffen met een hoge zuiverheid en kwaliteit. Daar hebben gemeenten en hun afvalinzamelende bedrijven de meeste grip op. In contracten kan gedacht worden aan betere afspraken over kwaliteit (ook in relatie tot tarieven), bonus-malus regelingen en afspraken over inzet van grondstoffen verderop in de keten. Daarvoor moet er natuurlijk wel een koopkrachtige vraag zijn voor deze grondstoffen.
Aan welke voorwaarden moet worden voldaan voor verdere realisatie van circulaire economie op het gebied van grondstoffen?
Zolang de afzet van en prijs voor gerecyclede grondstoffen c.q. output niet voor de (middel)lange termijn geborgd is, is het verdienmodel voor het recyclen van grondstoffen een moeilijk verhaal en risicovolle onderneming, en zal de transitie naar een circulaire economie een lange adem en sturing vanuit de overheid vergen. Hierbij zou ook de introductie van een vorm van financiële producentenverantwoordelijkheid een (tussen)oplossing kunnen zijn.
En tenslotte: hoe kunnen gemeenten je bereiken als ze eens willen sparren?
Dan kunnen ze mij het beste een e-mail sturen op alexanderpluckel@iprnormag.nl of even bellen op 06 227 93 811.
Bedankt Alexander voor dit informatieve interview!